top of page

Whoed zegt Jezus over religies

WWe moeten een relatie met God hebben. En dat werkt niet als je gedwongen wordt bepaalde dingen te doen. En in iedereen Religie is zodanig dat je bepaalde rituelen hebt die je blijkbaar zou moeten doen.

En dat maakt het niet gratis. De Heer heeft ons een vrije wil gegeven, een eigen karakter. Hij wil een individuele relatie met jou. Daarom is er geen sjabloon hoe te bidden. Het Onze Vader is er als woorden je tekort schieten. Het gaat er alleen om wat er in de Bijbel staat. jouw relatie met God. En dat allemaal in principe op vrijwillige basis. Je hoeft niet te bidden. Maar dat doe je vanzelf als je een relatie met God aangaat. Je hoeft niet naar je gemeenschap of kerk te gaan. Maar dat is goed voor de ziel, want waar 2 of 3 samenkomen, is de Heilige Geest in hun midden.

Wwaarschuwing van de schriftgeleerden

38En hij leerde hen en zei tegen hen: Pas op voor de schriftgeleerden, die graag in lange gewaden lopen en op de markt worden begroet 

39en zitten graag bovenop in de synagogen en aan tafel bij maaltijden; 

40Ze verslinden de huizen van weduwen en bidden lang om te mogen verschijnen. Ze zullen een nog zwaarder oordeel krijgen.

De mijt van de weduwe

41Jezus ging tegenover de schatkist zitten en keek naar de mensen die geld in de schatkist stopten. En veel rijke mensen stoppen er veel in. 

42En een arme weduwe kwam en legde er twee penningen in; samen is dat een cent. 

43En hij riep zijn discipelen en zei tegen hen: Voorwaar, ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de schatkist gestopt dan al degenen die er iets in hebben gestopt.

44Want zij hebben allemaal een weinig van hun overvloed ingebracht; maar zij, uit haar armoede, stopte al haar bezittingen in, alles wat ze had om van te leven.

GBijvoorbeeld de schriftgeleerden en Farizeeën

 

1 Jezus sprak tot het volk en tot zijn leerlingen 2 en zei: "De schriftgeleerden en de farizeeën zitten op de troon van Mozes. 3 Wat ze je ook zeggen, doe en houd je eraan; maar naar hun werken zult gij niet handelen; omdat ze het zeggen, maar het niet doen. 4 Ze binden zware en ondraaglijke lasten en leggen ze op de schouders van mensen; maar ze willen er zelf geen vinger voor uitsteken. 5 Maar ze doen al hun werk om door het volk gezien te worden. Ze verbreden hun gebedsriemen en vergroten de kwasten op hun kleding. 6 Ze zitten graag bovenaan bij banketten en in de synagogen 7 en worden graag op de markt begroet en door de mensen rabbijn genoemd. 8 Maar u zult geen rabbi worden genoemd; want de ene is je meester; maar jullie zijn allemaal broeders. 9 En gij zult niemand op aarde uw vader noemen; want één is je Vader: Hij die in de hemel is. 10 En gij zult geen leraren worden genoemd; want één is je leraar: Christus. 11 De grootste onder u zal uw dienaar zijn. 12 Wie zichzelf verheft, zal vernederd worden; en wie zich vernedert, zal verhoogd worden. 13-14 Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie die het koninkrijk van de hemel voor de mensen hebben afgesloten! Je gaat niet naar binnen en je laat degenen die willen niet naar binnen. 15 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, die land en zee doorkruisen om een proseliet te winnen; en als hij dat is, maak je hem een kind van de hel dat twee keer zo erg is als jij. 16 Wee u, gij blinde leiders, die zegt: Als iemand zweert bij de tempel, is hij niet geldig; maar als iemand zweert bij het goud van de tempel, is hij gebonden. 17 Jullie dwazen en blinden! Wat is groter: het goud of de tempel die het goud heiligt? 18 En als iemand bij het altaar zweert, is het niet geldig; maar als iemand zweert bij het offer dat erop ligt, is hij gebonden. 19 Jullie blinden! Wat is groter: het offer of het altaar dat het offer heiligt? 20 Wie dus zweert bij het altaar, zweert daarbij en bij alles wat erop is. 21 En wie zweert bij de tempel, zweert erbij en bij hem die erin woont. 22 En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij hem die erop zit. 23 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, die tienden geven van munt, dille en komijn, en de belangrijkste dingen van de wet negeren, namelijk gerechtigheid, barmhartigheid en geloof! Maar men moet dit doen en dat niet laten. 24 Blinde gidsen, die muggen uitzeven maar kamelen doorslikken! 25 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, die bekers en schalen van buiten schoonmaken, maar van binnen vol roof en hebzucht zijn! 26 Blinde farizeeër, maak eerst de binnenkant van de beker schoon, zodat de buitenkant ook schoon mag zijn. 27 Wee u, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, die lijken op witgekalkte graven, die er van buiten mooi uitzien, maar van binnen vol dode botten en vuiligheid zijn! 28 Jij ook: van buiten lijkt je rechtvaardig voor mensen, maar van binnen ben je vol huichelarij en wetsovertredingen. 29 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, die graven bouwen voor de profeten en de graven van de rechtvaardigen versieren 30 en zeggen: Als we in de dagen van onze vaderen hadden geleefd, zouden we niet met hen schuldig zijn geweest aan het bloed van de profeten! 31 Door dit te doen getuigt u dat u de kinderen bent van degenen die de profeten hebben gedood. 32 Wel, u vult ook de maat van uw vaderen! 33 Slangen, addergebroed! Hoe ontsnap je aan de helse verdoemenis? 34 Daarom, zie, ik zend u profeten en wijzen en schriftgeleerden; sommigen van hen zult u doden en kruisigen, en sommigen zult u in uw synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen, 35 opdat al het rechtvaardige bloed dat op aarde vergoten wordt, van het bloed van Abel de rechtvaardige, over u moge komen, aan het bloed van Zacharia, de zoon van Berechja, die je hebt gedood tussen de tempel en het altaar. 36 Voorwaar, ik verzeker jullie: dit alles zal over dit geslacht komen.

klaagzang over Jeruzalem
37 Jeruzalem, Jeruzalem, jij die de profeten doodt en hen stenigt die naar jou zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen willen samenbrengen zoals een kip haar kuikens onder haar vleugels verzamelt; en dat wilde je niet! 38 Zie, "uw huis zal u worden overgelaten" (Jeremia 22:5; Psalm 69:26). 39 Want ik zeg je, je zult me van nu af aan niet meer zien, totdat je zegt: Gezegend is hij die komt in de naam van de Heer!

Dhet einde van de tempel

 

1 En toen hij uit de tempel kwam, zei een van zijn discipelen tegen hem: Meester, zie wat voor stenen en wat voor gebouwen! 2 En Jezus zei tegen hem: Zie je deze grote gebouwen? Hier blijft geen steen op de andere liggen die niet gebroken is.

bottom of page